Koninklijke wapen

tevens Rijkswapen

Het wapen van Nederland en van de Koningin dateert uit 1815, toen het Koninkrijk der Nederlanden gesticht werd. Het wapen is licht gewijzigd in 1907. De voorstellingen in het wapen zijn ontleend aan het wapen van het Huis Nassau, het wapen van het prinsdom Oranje en het wapen van de Staten-Generaal tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden in de zeventiende en achttiende eeuw.

Het devies Je Maintiendrai (Ik zal handhaven) is afkomstig uit het wapen van het Huis Chalon. De titel Prins van Oranje en het bijbehorende prinsdom erfde Willem van Nassau (Willem de Zwijger) in 1544 van zijn neef René van Chalon (1519-1544). De leeuw in het Rijkswapen is afkomstig uit het wapen van Nassau. De attributen waarmee de leeuw wordt afgebeeld (een zwaard en een pijlenbundel) zijn afkomstig van de Statenleeuw uit het wapen van de Republiek. De bundel pijlen is een symbool uit de klassieke oudheid. Hoewel iedere pijl afzonderlijk zwak en breekbaar is, kunnen de pijlen tezamen een grote kracht vormen; veiligheid is met andere woorden gelegen in samenwerking en lotsverbondenheid. De leeuw heeft zeven pijlen in zijn poot, die ieder staan voor een van de zeven Provinciën uit de tijd van de Republiek.

Aan het wapen zijn tenslotte kronen toegevoegd, om aan te geven dat het Huis Oranje-Nassau verheven is tot de Koninklijke waardigheid.